De prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in de Uber-zaak beantwoord
24 april 2025
Op 21 februari 2025 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan in de Uber-zaak. In deze zaak stelt de vakbond FNV dat tussen het bedrijf Uber en de door hen ingezette chauffeurs sprake zou zijn van arbeidsovereenkomsten en daarom de Taxi CAO toegepast moet worden. Uber stelt echter dat de chauffeurs ondernemers zijn en om die reden geen sprake is van arbeidsovereenkomsten. Het Gerechtshof Amsterdam heeft in oktober 2023 prejudiciële vragen gesteld over deze zaak aan de Hoge Raad. Na lang wachten heeft de Hoge Raad op deze vragen nu een antwoord gegeven.
Of een overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, hangt af van alle omstandigheden van het geval. In het eerdere Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad negen gezichtspunten gegeven die hierbij van belang kunnen zijn. Het negende gezichtspunt gaat over ondernemerschap. Het gaat bij dit gezichtspunt om de vraag of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer gedraagt als ondernemer.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft de Hoge Raad, de hoogste rechterlijke instantie, verzocht om verduidelijk van het criterium inzake dit negende gezichtspunt, het ‘ondernemerschap’.
De Hoge Raad oordeelt dat in het Deliveroo-arrest geen rangorde is aangebracht tussen de genoemde gezichtspunten en ook nu geen aanleiding bestaat voor het aanbrengen van zo’n rangorde. Het ondernemerschap is dus niet minder belangrijk dan andere gezichtspunten bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het ondernemerschap kan volgens de Hoge Raad wel verschil maken tussen het wel of niet kwalificeren als arbeidsovereenkomst. De situatie kan ontstaan dat de arbeidsrelatie van een werkende die zich als ondernemer gedraagt, anders gekwalificeerd wordt dan een werkende die dat niet doet, zelfs wanneer ze hetzelfde werk verrichten voor dezelfde opdrachtgever. Daarbij speelt niet alleen intern ondernemerschap een rol, maar ook extern ondernemerschap. Het externe ondernemerschap ziet op omstandigheden die zich voordoen buiten de te beoordelen arbeidsverhouding, zoals het hebben van meerdere opdrachtgevers.
De Hoge Raad heeft met deze uitspraak helderheid gegeven over de rol van ondernemerschap bij het beoordelen van een arbeidsverhouding. Het is volgens de Hoge Raad dus mogelijk dat sommige chauffeurs van Uber op basis van een arbeidsovereenkomst werken en anderen niet.
Werkt uw organisatie met zzp’ers en heeft u vragen over het risico op schijnzelfstandigheid binnen uw organisatie? De juristen van Frontyr helpen u hier graag mee verder. Neem contact met ons op via 085 – 773 26 66 of advies@frontyr.nl.