Tijdelijke aanpassing van het Arbeidsomstandighedenbesluit wegens COVID-19

 |   |  Share: 

Als werkgever heeft u een algemene zorgplicht voor de gezondheid en veiligheid van uw werknemers. Om werkgevers te verplichten ook maatregelen en voorzieningen te treffen om de kans op besmetting met het coronavirus te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken, is het Arbeidsomstandighedenbesluit tijdelijk aangepast. Bij overtreding van het Arbeidsomstandighedenbesluit kunt u beboet worden. Wilt u meer weten over uw verplichtingen? Lees dan onderstaand artikel.

In artikel 3.2 Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit) zijn de algemene uitgangspunten over de inrichting van de werkplek beschreven, maar dit artikel is niet specifiek toegesneden op het voorkomen of beperken van besmetting van werknemers met COVID-19. Er is daarom tijdelijk een artikel toegevoegd aan het Arbobesluit. Het tijdelijke artikel 3.2a Arbobesluit richt zich op de bestrijding van COVID-19 en vormt de basis voor de verplichtingen van de werkgever bij het treffen van maatregelen of voorzieningen.

Welke maatregelen of voorzieningen er nu exact getroffen moeten worden, hangt af van hetgeen op arbeidsplaatsen noodzakelijk wordt geacht voor de bescherming van werknemers. Het is daarom van belang de risico’s op de arbeidsplaats te inventariseren. De werkgever dient ervoor te zorgen dat de arbeidshygiënische strategie wordt toegepast bij het treffen van maatregelen of voorzieningen. In verschillende sectoren zijn protocollen opgesteld die kunnen helpen bij het uitwerken van deze strategie. Een dergelijk protocol mag daarentegen nooit gezien worden als een vervanging van de geldende Arbowet- en regelgeving. Tevens geldt dat de werkgever ook altijd rekening moet houden met de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening, waaronder begrepen de richtlijnen van het RIVM ter bestrijding van COVID-19, voor zover deze ook de werknemer beschermen.

Uit het tijdelijke artikel in het Arbobesluit volgt dat tot de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen in ieder geval horen:

  • het in acht nemen van voldoende hygiënische voorzieningen (ook door werknemers);
  • het verschaffen van doeltreffende voorlichting en instructie door de werkgever over de bestrijding van COVID-19 op de arbeidsplaats;
  • het houden van adequaat toezicht door de werkgever op de naleving van de voorgeschreven noodzakelijke maatregelen en voorzieningen.

Uiteraard gelden ook de richtlijnen van het RIVM waaruit onder andere volgt dat het van belang is een veilige afstand te bewaren, handen te wassen, geen handen te schudden, drukte te vermijden en instructie te verschaffen over wat te doen bij ziekte. Werkgevers kunnen ook nog andersoortige maatregelen treffen zoals het plaatsen van schermen, looproutes aangeven, het aantal mensen op de arbeidsplaats beperken, ruimtes ventileren, arbeidsplaatsen en gereedschappen ontsmetten en zorgen voor mondkapjes of gelaatsbescherming.

Voorkom boetes of bestuursdwang

De Inspectie SZW, welke optreedt als toezichthouder, heeft toegang tot alle arbeidsplaatsen. Het overtreden van het nieuwe artikel 3.2a levert een beboetbare overtreding op. De Inspectie SZW zal zich daarbij met name richten op werkgevers die in ernstige mate tekortschieten bij het nemen van de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen ter voorkoming of beperking met COVID-19. In minder ernstige situaties kunnen ook andere handhavingsinstrumenten worden ingezet. Ook de mogelijkheid van bestuursdwang staat voor de toezichthouder open. Om boetes of bestuursdwang te voorkomen is het dus van belang dat u de regels die voortvloeien uit de tijdelijke aanpassingen in het Arbobesluit volledig opvolgt.

Heeft u vragen over het Arbobesluit? Neem dan contact op met de juristen van Frontyr via  085 – 773 26 66 of advies@frontyr.nl.



Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag? Stel direct een vraag online...