Voor wie geldt de verlengde Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
(Tozo 2)?

Veel zelfstandig ondernemers zijn door de coronacrisis in financiële problemen gekomen. Om deze ondernemers financieel tegemoet te komen, is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in het leven geroepen. ‘Tozo 1.0’ gold voor de periode 1 maart tot 1 juni. Echter, aangezien nog niet alle sectoren tijdens de versoepelingen van de maatregelen kunnen opstarten, is de Tozo verlengd tot en met september 2020. Er wordt ook wel gesproken over de ‘Tozo 2.0’.  

Wat houdt de Tozo in?

Op basis van de Tozo kunt u bij uw gemeente tijdelijke inkomensondersteuning aanvragen. Indien u aan de voorwaarden voldoet, wordt uw inkomen aangevuld tot het sociaal minimum. Daarnaast kunt u een lening voor bedrijfskapitaal aanvragen van maximaal 10.157 euro tegen 2 procent rente. Het maximaal te lenen bedrag geldt voor de Tozo 1.0 en 2.0 gezamenlijk.

Wie komen in aanmerking voor de Tozo 2.0-uitkering?

Tozo 2.0 geldt voor de periode van 1 juni tot en met 30 september 2020 en kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd. Zowel ondernemers die al gebruikmaken van de Tozo 1.0, als ondernemers die hiervan nog geen gebruik hebben gemaakt, kunnen ondersteuning aanvragen. Indien u al gebruik heeft gemaakt van de Tozo 1.0 tot juni, dan kunt u voor de maanden juni, juli, augustus en september de Tozo 2.0-uitkering aanvragen.

Voorwaarden Tozo

De Tozo 2.0 verschilt op twee punten van de oude regeling:

  1. Er gaat een partnerinkomenstoets gelden bij de Tozo 2.0-uitkering. Dit houdt in dat het inkomen van uw partner meetelt voor het bepalen van het recht en hoogte van de uitkering. Als het inkomen van uzelf en uw partner (het huishoudinkomen) in de maanden waarvoor u de uitkering aanvraagt boven het sociaal minimum komt, bestaat er geen recht op de Tozo 2.0-uitkering.
  2. Wat betreft de lening bedrijfskapitaal zult u moeten verklaren dat er geen surseance van betaling of faillissement is aangevraagd of verkregen voor uzelf, uw onderneming of één van de vennoten waarmee u samenwerkt. Mocht dit wel het geval zijn, dan bestaat er geen recht op de Tozo lening bedrijfskapitaal.

Op zowel de Tozo 1.0 als de Tozo 2.0 zijn onder andere de volgende voorwaarden van toepassing:

  • u bent een gevestigd zelfstandige, minstens 18 jaar en maximaal de AOW-gerechtigde leeftijd;
  • u bent woonachtig en rechtmatig verblijvend in Nederland;
  • u bent Nederlander of daarmee gelijkgesteld;
  • het bedrijf of zelfstandig beroep wordt in Nederland uitgeoefend;
  • u voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening van het eigen bedrijf, waaronder ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
  • u bent vóór 17 maart 2020, 18.45 uur gestart met de onderneming;
  • u voldoet aan het urencriterium, dat wil zeggen dat u in het kalenderjaar 2019 minimaal 1.225 uur per jaar werkzaam bent geweest in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep. Voor startende ondernemingen geldt een afwijkende regeling;
  • woonachtig in de gemeente, waar aanvullende inkomensondersteuning wordt aangevraagd.

Wat moet ik doen om aanspraak te maken op de Tozo?

U kunt uw aanvraag indienen bij uw woongemeente. Op de website van uw gemeente vindt u meer informatie hieromtrent.

Welke informatie moet ik aanleveren bij de gemeente voor de Tozo?

De gemeente moet na kunnen gaan of u recht heeft op de Tozo. U dient onder andere de volgende informatie te verstrekken:

  • gegevens over u als ondernemer, zoals: NAW-gegevens, kopie van uw legitimatiebewijs, verklaring over het voldoen aan het urencriterium;
  • gegevens over de samenstelling van het huishouden;
  • gegevens over het bedrijf of zelfstandig beroep, zoals de datum inschrijving bij de KvK;
  • verklaring dat de financiële problemen zijn ontstaan door de coronacrisis;
  • overige bewijsstukken die de noodzaak van de lening bedrijfskrediet of uitkering levensonderhoud aannemelijk maken.

Heb ik recht op de Tozo als ik spaargeld heb?

Er geldt geen vermogenstoets voor de uitkering levensonderhoud. Het kabinet geeft hierbij wel aan dat u slechts een beroep dient te doen op noodregelingen als u deze echt nodig heeft. Voor de lening bedrijfskapitaal geldt een gematigde vermogenstoets. U dient namelijk wel aannemelijk te maken dat er onvoldoende beschikbare liquide middelen zijn, dus dat er geen spaargeld is waarmee u zakelijke rekeningen en/of vaste bedrijfslasten kan betalen.

Mijn bedrijf is ingeschreven in een andere gemeente dan waar ik woon; bij welke gemeente kan ik aankloppen voor de Tozo?

De aanvraag voor de tijdelijke overbruggingsregeling dient u in bij uw woongemeente.

Ik werkte in 2019 minder dan 1225 uur per jaar in mijn bedrijf. Heb ik dan ook recht op de Tozo?

Nee, u moet in 2019 minimaal 1225 uur voor uw bedrijf hebben gewerkt. Ook uren die u heeft besteed aan administratie of acquisitie tellen mee.

Ik heb ook nog een baan in loondienst maar mijn omzet als zzp’er is helemaal weggevallen. Kan ik dan gebruik maken van de Tozo?

Dat hangt af van de hoogte van uw inkomen uit loondienst en in het geval van de Tozo 2.0 tevens uw partners inkomen. De regeling is een aanvulling op het inkomen tot aan het sociaal minimum (bijstandsniveau).

Hoeveel tijd heeft de gemeente nodig voor de behandeling van mijn aanvraag voor de Tozo?

Streven is dat gemeenten zo veel mogelijk binnen vier weken na ontvangst van uw aanvraag tot een besluit komen en tot uitkering overgaan. Door grote drukte lukt dat mogelijk niet altijd. Dan kunnen gemeenten tot bevoorschotting overgaan.

Ik ben als zzp’er gevestigd in Nederland, maar ik woon over de grens. Kan ik gebruik maken van de Tozo?

Voor de Tozo moet de woonplaats in Nederland zijn. Ondernemers die in België of Duitsland wonen, komen dus niet in aanmerking.

Waar kan ik als ondernemer terecht voor vragen?

Vindt u op deze pagina geen antwoord op uw vragen? Dan kunt u contact opnemen met Frontyr via advies@frontyr.nl of 085 – 773 26 66.

Wat doet het kabinet om misbruik van deze noodmaatregelen tegen te gaan?

Het kabinet kijkt met het UWV en andere betrokken partijen hoe het misbruik zo goed mogelijk kan tegengaan. Wat betreft de Tozo is de Participatiewet de wettelijke basis. Wie een beroep doet op de regeling moet aan de gemeente alle inlichtingen geven die nodig zijn om het recht op en de hoogte van de uitkering te kunnen bepalen. Verstrekt de zelfstandige onvolledige of valse inlichtingen, dan moet de gemeente de uitkering terugvorderen en daar bovenop een boete opleggen.