Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de wettelijke vakantiedagen in beginsel binnen zes maanden na het kalenderjaar waarin deze zijn opgebouwd komen te vervallen. Toch vervallen de wettelijke vakantiedagen niet zomaar. De werkgever heeft namelijk een inspanningsverplichting. Dit houdt in dat de werkgever de plicht heeft werknemers duidelijk en tijdig te informeren over de vervaltermijn van de vakantiedagen. Ook dient de werkgever de werknemer te stimuleren de vakantiedagen op te nemen. In onderstaand artikel leest u hoe u precies aan uw inspanningsverplichting kunt voldoen.
Werknemers hebben ieder jaar recht op vakantie. Dit volgt uit Europese grondrechten. Het Europees Hof van Justitie (hierna: Europees Hof) heeft benadrukt dat het recht van elke werknemer op jaarlijkse vakantie met behoud van loon als een bijzonder belangrijk beginsel van sociaal recht van de Unie moet worden beschouwd, waarvan niet mag worden afgeweken.
In november 2018 deed het Europees Hof een uitspraak waaruit volgt dat het voor het vervallen van wettelijke vakantiedagen belangrijk is dat werkgevers werknemers in de gelegenheid stellen vakantiedagen op te nemen. Als u dat niet doet, dan kan dat ertoe leiden dat de vakantiedagen van de werknemers niet komen te vervallen. Volgens het Europees Hof dient de werknemer beschouwd te worden als de zwakkere partij binnen een dienstverband, zodat moet worden voorkomen dat de werkgever over de mogelijkheid beschikt om de werknemer een beperking van zijn rechten op te leggen. Naar het oordeel van het Europees hof mag er geen situatie ontstaan waarin de verantwoordelijkheid voor het opnemen van vakantiedagen volledig bij de werknemer ligt.
Hoe voldoet u aan de inspanningsverplichting?
Volgens het Europees Hof bent u gehouden om er concreet en in alle transparantie voor te zorgen dat uw werknemers daadwerkelijk de mogelijkheid hebben om jaarlijks hun vakantie met behoud van loon op te nemen en hen er zo nodig formeel toe aan te zetten dat te doen. Dit doet u door werknemers op precieze en tijdige wijze te informeren over het verval van de niet genoten vakantiedagen. Tijdig houdt in dat de werknemer in ieder geval nog de mogelijkheid moet hebben de resterende vakantiedagen daadwerkelijk op te kunnen nemen. Er is geen concrete termijn bepaald door het Europees Hof.
De bewijslast rust op de werkgever
Het Europees Hof oordeelde dat de bewijslast ten aanzien van de inspanningsverplichting berust op de werkgever. De niet genoten vakantiedagen kunnen komen te vervallen als u kunt bewijzen dat de werknemer kennelijk welbewust en met volledige kennis van de eraan verbonden gevolgen zijn jaarlijkse vakantie niet heeft opgenomen, terwijl hij hiertoe wel in gelegenheid was gesteld. De Europese richtlijn staat aan het verlies van dat recht dan niet in de weg.
Het is gelet op de bewijslast bijzonder aan te raden uw werknemers schriftelijk, tijdig en concreet te informeren over het verval van de vakantiedagen. Stel de werknemer daarbij in de gelegenheid de nog resterende vakantiedagen op te nemen. Onze juristen helpen u graag uw personeelshandboek hierop aan te passen en kunnen u voorzien van een standaardbrief waarmee u uw werknemers tijdig kunt informeren.
Heeft u vragen over het vervallen van vakantiedagen? Of heeft u een andere juridische vraag? Neem dan contact op met de juristen van Frontyr via advies@frontyr.nl of bel 085 – 773 26 66.
Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag? Stel direct een vraag online...