Coronacrisis: deurwaarders mogen stukken afgeven via de brievenbus

 |   |  Share: 

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders ontwikkelde richtlijnen over de onmogelijkheid van het persoonlijk uitreiken van exploten – bijvoorbeeld een dagvaarding of een vonnis –  gedurende de coronacrisis. Een aantal kantonrechters hebben geoordeeld dat, ondanks opvolging van de richtlijnen, per brievenbus uitgereikte exploten niet volstaan. Hierdoor staat de rechtsgeldigheid van een aantal na 16 maart 2020 uitgereikte exploten ter discussie. Om een einde te maken aan die discussie heeft de Rijksministerraad besloten om een maatregel via een spoedwet in te voeren. Het wetsvoorstel is voor advies aan de Raad van State van het Koninkrijk toegezonden en zal openbaar worden bij indiening bij de Tweede Kamer. Door middel van de spoedwet mogen gerechtsdeurwaarders tijdens de coronacrisis exploten afgeven door die in iemands brievenbus te doen, zonder dat het ten koste gaat van de rechtsgeldigheid van deze stukken. Het doel is om terugwerkende kracht aan de maatregel toe te kennen.

De ‘normale’ uitreiking van het exploot

Normaal gesproken belt een deurwaarder aan om een exploot in persoon te kunnen overhandigen. Als er open wordt gedaan, zal de deurwaarder een afschrift van het exploot aan de geadresseerde van het exploot, aan een huisgenoot of andere persoon die opendoet overhandigen, tenzij de deurwaarder vindt dat die persoon onvoldoende kan bevorderen dat het exploot de geadresseerde tijdig bereikt. Als de deurwaarder het exploot niet in persoon kan uitreiken, doet hij een afschrift van het exploot in de brievenbus of, als ook dat niet kan, op de post. In deze laatste twee gevallen dient de deurwaarder de reden van de feitelijke onmogelijkheid in zijn exploot te benoemen.

Besmettingsgevaar

Gedurende de coronacrisis is het niet mogelijk en verantwoord om op de normale manier een exploot uit te reiken. Immers kan de regel om anderhalve meter afstand te houden niet worden nageleefd en kan een deurwaarder het exploot niet achterlaten op de stoep, zoals een pakketbezorger dat met een pakket wel zou kunnen doen. Uit de memorie van toelichting behorend bij de spoedwet blijkt dat in overweging is meegenomen dat een deurwaarder naar de aard van zijn werk aanmerkelijk minder geliefd wordt dan de pakketbezorger. Geoordeeld wordt dat het risico dat deurwaarders te maken krijgen met bewoners die hem in het gezicht spugen of fysiek te lijf zullen gaan, groter is dan voor een pakketbezorger. Met oog op het algemeen belang van volksgezondheid en zodoende het voorkomen van besmettingen, is dit risico onaanvaardbaar.

De uitreiking van het exploot gedurende de coronacrisis

De spoedwet moet ervoor gaan zorgen dat deurwaarders niet hoeven aan te bellen om de exploten aan iemand persoonlijk in handen te geven, als zij oordelen dat dit door de RIVM-richtlijnen niet verantwoord en zonder besmettingsgevaar kan. De gebruikelijke aanvullende instructie die normaal mondeling wordt toegelicht, verstrekt de deurwaarder dan via alternatieve contactvormen, zoals de telefoon of via e-mail. Kortom, de deurwaarder dient te beoordelen of de uitreiking zonder besmettingsgevaar kan geschieden. Dit kan ertoe leiden dat het exploot in de brievenbus wordt gedeponeerd.

Wenst u een dagvaarding uit te brengen? Of heeft u een andere juridische vraag? Neem dan contact op met de juristen van Frontyr via advies@frontyr.nl of bel 085 – 773 26 66.



Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag? Stel direct een vraag online...