Belastingdienst keurt voorgelegde modelovereenkomsten massaal af

 |   |  Share: 

Met de invoering van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) werd de VAR per 1 mei 2016 afgeschaft. Opdrachtgevers en opdrachtnemers hebben de mogelijkheid gekregen om gebruik te maken van de door de Belastingdienst gepubliceerde algemene modelovereenkomsten of voorbeeldovereenkomsten. Daarnaast is de mogelijkheid gecreëerd om zelf een overeenkomst op te stellen en ter beoordeling aan de Belastingdienst voor te leggen. Inmiddels is echter gebleken dat de Belastingdienst het overgrote deel van de aan haar voorgelegde overeenkomsten heeft afgewezen.

Ondanks dat het niet verplicht is om een modelovereenkomst te hanteren, is dit, ter voorkoming van eventuele naheffingen achteraf, wel aan te raden. Indien een model- of voorbeeldovereenkomst wordt gehanteerd, en er in de praktijk daadwerkelijk volgens die overeenkomst wordt gewerkt, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en af te dragen. De Belastingdienst gaat er dan namelijk van uit dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Hetzelfde geldt voor de situatie dat partijen werken op grond van een vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde, zelf opgestelde, modelovereenkomst.

Aan de Staatssecretaris van Financiën is onlangs gevraagd om gegevens te publiceren over onder meer de modelovereenkomsten die, na inwerkingtreding van de Wet DBA, aan de Belastingdienst ter goedkeuring zijn voorgelegd. Het ging hier om een verzoek op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur. De Staatssecretaris heeft eind augustus 2016 de gevraagde informatie prijsgegeven.

Tot 1 augustus 2016 ontving de Belastingdienst 4.481 modelovereenkomsten met het verzoek die te beoordelen. Slechts 370 van die overeenkomsten werden goedgekeurd. Ruim duizend overeenkomsten voldeden niet aan de criteria en werden afgewezen. Een aantal overeenkomsten (814) is uiteindelijk niet beoordeeld omdat het verzoek daartoe voortijdig werd ingetrokken. 1.964 voorgelegde modelovereenkomsten waren nog in behandeling. Waar de Belastingdienst in eerste instantie had aangegeven dat zij zou proberen binnen zes weken op het verzoek te beslissen, blijkt uit de gepubliceerde cijfers dat de gemiddelde doorlooptijd 10,8 weken bedraagt.

Geconcludeerd kan worden dat het merendeel van de ter goedkeuring aan de Belastingdienst voorgelegde modelovereenkomsten werd afgewezen. Helaas was de Staatssecretaris niet in staat aan te geven waarom de overeenkomsten niet werden goedgekeurd.

Aangezien is gebleken dat slechts een klein deel van de zelf opgestelde modelovereenkomsten de strenge toets van de Belastingdienst doorstaat, is het ten zeerste aan te raden u vooraf van gedegen juridisch advies te laten voorzien. U kunt daarvoor contact opnemen met de juristen van Frontyr.



Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag? Stel direct een vraag online...