Bij de RIV-toets wordt het advies van de bedrijfsarts wordt leidend

 |   |  Share: 

Wanneer u te maken heeft met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer worden de re-integratieactiviteiten conform de Wet verbetering poortwachter, tegen het einde van de wachttijd, door het UWV beoordeeld. Deze beoordeling wordt ook wel de ‘RIV-toets’ genoemd. Het risico bestaat dat de verzekeringsarts van het UWV de inschatting van de belastbaarheid van de arbeidsongeschikte werknemer zoals gemaakt door de door u ingeschakelde bedrijfsarts niet deelt. In dat geval kan het UWV besluiten een loonsanctie op te leggen, waardoor de loondoorbetalingsperiode met maximaal 52 weken wordt verlengd. Ondanks dat u als werkgever het advies van de bedrijfsarts netjes heeft opgevolgd, loopt u hierdoor alsnog tegen flinke extra kosten aan. Met ingang van 1 januari 2021 komt hier verandering in.

De verzekeringsarts van het UWV vormt bij het uitvoeren van de RIV-toets een eigen medisch oordeel. Dit oordeel kan afwijken van het medisch advies van de bedrijfsarts. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een andere inschatting van de urenbeperking of de benutbare mogelijkheden. Dit verschil van inzicht komt op dit moment voor rekening van werkgever. Dit wordt als zeer onredelijk ervaren, daar de werkgever geen recht heeft om zelf de medische informatie van de werknemer in te zien. Voor wat betreft de inschatting van de belastbaarheid van een werknemer is de werkgever geheel afhankelijk van de bedrijfsarts. Toch is de werkgever degene die de sanctie opgelegd kan krijgen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid acht een verandering op dit punt noodzakelijk. Werkgevers moeten kunnen vertrouwen op het advies van de bedrijfsarts. De verzekeringsarts zal daarom per 1 januari 2021 niet langer het medisch advies van de bedrijfsarts beoordelen bij het uitvoeren van de RIV-toets. De RIV-toets wordt per 2021 enkel door een arbeidsdeskundige van het UWV uitgevoerd. De arbeidsdeskundige beoordeelt of werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben gepleegd die aansluiten bij het medisch advies van de bedrijfsarts. Als de werkgever op basis van het medisch advies van de bedrijfsarts voldoende inspanningen heeft geleverd, kan een RIV-toets niet meer leiden tot een loonsanctie.

Per 1 januari 2021 is het medisch advies van de bedrijfsarts bij de RIV-toets leidend. Dit is dus goed nieuws voor u. De verzekeringsarts van het UWV kan op dat moment niet langer voor een verrassing zorgen en u kunt vertrouwen op het advies van de bedrijfsarts. Dat is natuurlijk wel zo fijn, daar u het advies van de bedrijfsarts dient op te volgen en moeilijk kunt toetsen.



Heeft u naar aanleiding van dit artikel een vraag? Stel direct een vraag online...